Brugdag

’t Is hier vandaag op ’t werk rustig. Ik ben vroeg gekomen en ben van plan om ook weer vroeg te vertrekken.

Ik zit mij al af te vragen waarom ik feitelijk ben komen werken…

Slachthuis

’t Is lang geleden, maar deze week zag ik nog een opschrift op een camionette waar ik wat langer bij bleef stilstaan. Er passeerde mij namelijk een bestelwagentje van een slachthuis waarop te lezen stond:

“islamitisch slachthuis – abattoir islamique

isla-meat

Goed gevonden toch? Islamiet/isla-meat…

En dan nog mooi bovenaan in ’t Nederlands en in ’t Frans, en dan daaronder eigenlijk in ’t Engels.

Muziekles

Gisterenavond om 22u werd ik verwacht voor mijn eerste instrumentles, gegeven door Bart Van Lierde van Zita Zwoon en georganiseerd door Noise Gate. Ik kan mij namelijk wel wat uit de slag trekken en voor onze covergroep lukt het tot nu toe wel, maar ik kan moeilijk zeggen dat ik er goed in ben. Daarom heb ik mij toch maar ingeschreven voor vijf sessies, nu onzen bouw nog niet begonnen is.

Ik was op voorhand al zo zenuwachtig als voor een examen. En onderweg nog bijna een stekelvarken overreden. Het beestje stak zomaar zonder licht en zonder kijken de straat over. Met een korte snok aan mijn stuur kon ik hem blijkbaar net ontwijken, want ik zag hem in mijn achteruitkijkspiegel snel weghobbelen. That was one lucky eag… euh egel! Zijn egelengelbewaarder met nachtdienst was duidelijk op post.

Bart is begonnen met wat theorie. Over toonladders, tertsen en kwinten. C majeur en A mineur. Ik had al wel eens de klok horen luiden, maar het zat alleszins ver weg. Ik heb dat er eigenlijk nooit echt ingeoefend op mijn eentje, al had ik daarvoor dan misschien wel geen lesgeld moeten betalen. Zijn uitleg was duidelijk en beknopt – onvermijdelijk, nog maar vier lessen meer te gaan – en ik hoop dat het nu wel wat blijft hangen.

Ik heb ook huiswerk meegekregen. Tegen dinsdag 1 mei moet ik een paar toonladders en arpeggio’s inoefenen. Zoals bij alles wat je goed wilt kunnen, is oefening onontbeerlijk. Alleen, wanneer moet een mens oefenen, als hij overdag gaat werken en ’s avonds nog een tijdje bezig is met de kindjes en de afwas en acht kilometer joggen en de rekeningen betalen via internetbanking en nog gauw eens kijken of er nog reacties bijgekomen zijn op je blog en de vuilzakken buitenzetten en de planten water geven omdat het nu al drie weken lang geen druppel geregend heeft en …?

Enfin, ik wil daar niet afgaan als een gieter, dus ik zal er wel ’s avonds tijd voor moeten vrij maken. Desnoods zonder versterker om de kindjes niet wakker te maken; ’t zijn toch maar vingeroefeningen, basically. Maar ik zou ook nog wat moeten oefenen voor onze optredenS volgende week, en dat gaat dan weer moeilijk zonder lawaai te maken. Jawel, optredenS.

Net op dinsdag 1 mei mogen we gaan spelen in Tisselt (Willebroek). Gelukkig in de namiddag, zodat ik ’s avonds (om 22u, geeuw) toch nog naar de les kan. En op zondag 6 mei staan we paraat in Brussel, op Stadskriebels. Ik wil daar toch een goeie indruk maken, dus ik zou graag nog onze laatste nieuwe nummers uit het hoofd kunnen spelen tegen dan. Straks moet ik nog vrijaf nemen. Ik kan toch moeilijk op de trein oefenen…

Sjiek

Geen inspiratie vandaag; laten we het dan maar over kauwgom hebben.

Ik heb mij net een doosje kauwgom gekocht. Dat valt niet veel voor; ik ben niet zo’n herkauwer. Maar blijkbaar ben ik ondertussen al niet meer op de hoogte van de nieuwigheden op de kauwgommarkt. Tegenwoordig komt kauwgom blijkbaar al in blokvormige doosjes, met – grandioos idee toch – een soort van post-it papiertjes in een vakje in het doosje. Daar kan je dan je sjiek inrollen als je ze beu bent. Of om haar later nog eens te hergebruiken, indien gewenst.

En toch heb ik het gevoel dat ik niet helemaal mee ben. Voor wie zijn die papiertjes en die doosjes bestemd? Het doosje is te lomp om in mijn zak te hebben (alhoewel, we zijn al enkele jaren gewend aan GSM’s, die vroeger toch ook een veel lomper formaat hadden). Ergo, ’t is om op uw bureau te zetten, of in het geval van vrouwen in de handtas. Hmm, als ik op mijn bureau zit te kauwen, dan heb ik 1) meer dan voldoende kladpapier in mijn buurt om de uitgekauwde klomp in te rollen, 2) een vuilnisbak met een plastieken zak in voor al-het-afval-dat-geen-papier-is. Geen papiertjes nodig dus.

OK, casus 2: neem een vrouw met handtas die op straat wandelt. Heeft zij een papiertje nodig? In mijn voorstelling van vrouwen als elegante wezens zie ik haar haar smakeloos geworden bolletje niet brutaalweg op het trottoir spuwen. Ze neemt dus zo’n papiertje om het kauwgommetje in te rollen. Steekt ze het terug in de handtas, tot wanneer ze een vuilnisbak tegenkomt? Riskant! De gehele inhoud van het universum in die handtas kan aan elkaar kleven! Dus kan ze eigenlijk evengoed nog even blijven doorkauwen tot ze de gezochte vuilnisbak tegenkomt.

Casus 3: een man loopt op straat – stop! Dit scenario is niet in overeenstemming met de stelling dat het blokvormig geval superonhandig is om in je broekzak te hebben. Tenzij de man een handtas heeft. Dan zijn we feitelijk terug bij geval 2.

Ik heb ze dus niet echt nodig, die papiertjes. Maar, zoals de meeste mensen plichtsbewust netjes binnen de aangegeven lijnen blijven lopen, draai ik mijn sjiek netjes in het papiertje alvorens dat in de afvalbak te mikken, gewoon, omdat het papiertje er toch bij zit. Maar ik vind het wel een intrigerend idee.

Wegen

Ik let nu al een tijdje op alles wat ik eet en drink. Mijn gewicht na nieuwjaar was er een beetje ‘over’. ’t Ging vrij goed, wat minder grote porties eten, wat meer groenten en tussendoor een rijstwafel, en ik ben toch een vijftal kilo kwijt. Een echt dieet zou ik het niet noemen, want ik ga er op voorhand van uit dat ik geen dieet kan volhouden. Meestal betekent dat namelijk de dingen laten die ik net het liefste lust. Dat lukt een tijdje misschien, maar het is toch beter om je voedingsgewoonten permanent te veranderen. En wat meer te bewegen natuurlijk.

Maar de ene dag kan ik dus ’s morgens 87 kg wegen en tegen de volgende dag 89 kg. Twee dagen later is dat weer 87 kg. Ik vind het ook lastig te begrijpen dat ik ’s avonds 87,1 kg kan wegen, en ’s morgens 87,3 kg… Heb ik dan ’s nachts zware lucht ingeademd?

Voorgeborchte

Ik citeer uit De Standaard:

“Na maanden van reflectie zijn theologen van het Vaticaan het erover eens geraakt dat het voorgeborchte niet bestaat en dat baby’s die overleden zijn zonder te zijn gedoopt direct naar de hemel gaan, zo is vrijdag bij de pontificale theologische commissie vernomen.”

Euh, was er dan nog iemand die daarin geloofde? In de hel, het vagevuur (purgatorium) en het voorgeborchte (limbus)?

Niet dat ik het niet interessant vind. Ik vind heel wat dingen interessant. Zo moest je in het vagevuur gezuiverd worden van je zonden eer je naar de hemel kon, tenzij je een niet-vergeven doodzonde gepleegd had. Dan vlieg je naar de eeuwige hel.

Baby’s die stierven voor ze gedoopt waren, moeten de theologen voor een probleem gesteld hebben. Net als de mensen die leefden voor Jezus’ verrijzenis. Daarom hebben ze de limbus dan maar uitgevonden, een gebied aan de rand van de hemel. Ongedoopte baby’s konden namelijk nog geen zonden plegen en gingen dus niet naar de hel, maar konden ook niet naar de hemel, omdat ze nog belast waren met de erfzonde.

En nu kunnen ze dus rechtstreeks naar de hemel!

Stamboom

Ik heb een tijdje geleden een programmaatje gevonden op het internet om op handige wijze een stamboom bij te houden. Op papier is dat een moeilijke zaak, tenzij je op behangpapier begint te tekenen. Tel maar uit: twee ouders, vier grootouders, acht overgrootouders, enzovoort. En als je er dan nog eens de zussen en broers wil bij opkrijgen, ben je al gauw bezig met plakband strepen behangpapier aan elkaar te kleven. In mijn voorstelling toch. Ik kan er mij geen gedacht over vormen hoe men dat ‘vroeger’ op papier duidelijk en overzichtelijk bijhield.

Maar geen nood; tegenwoordig is er voor alles wel een programmaatje te vinden op het internet. Zelfs een programmaatje om je te verwittigen als je thee lang genoeg getrokken heeft. ’t Is wel voor Macs, dus bedwing uw neiging om het te installeren.

Enfin, stambomen dus. Mijn vader heeft ooit eens een poging op papier ondernomen. Onze huisdokter – een vriend van mijn vader – was goed thuis in de parochie- en andere archieven en kon zo waardevolle informatie verschaffen. Maar begin die info dan eens overzichtelijk voor te stellen…

Een nonkel van Echtgenote heeft hetzelfde gedaan en is wat haar familie betreft ook al een paar eeuwen terug geraakt.

En nu zou bibi die twee stambomen graag ‘integreren’. Ik had al eens op een verloren zondagnamiddag een aantal namen ingegeven; ik kon mijn vaders lijn al acht generaties ver volgen. Er ontbreekt echter nog heel veel. Zijtakken, broers en zussen, sterfdatums,… Allemaal nog niet ingegeven. Nog niet opgezocht ook waarschijnlijk. De lijn werd telkens gevolgd via de vader. Toen was ik het programma verloren door een computercrash, maar er stond een kopietje op de pc van mijn vader. En nu heb ik het weer geïnstalleerd bij mij thuis.

Gisterenavond heb ik al wat tantes, nonkels, neefjes en nichtjes ingegeven. En de namen van de papa en mama van Echtgenote. Ik kon haar zo horen denken “Mè waddis ‘em naa weer bezig?”, toen ik haar de geboortedatum van haar ouders vroeg…

Vogelkes

Vanmorgen zat er een meesje in een boom vlakbij het perron. Ik kon tegen de heldere lucht niet goed zien welk meesje het was, maar dat het een meesje was, dat weet ik wel zeker. Het floot afwisselend een hoge en een lage toon -“tie tu tie tu tie tu”. En aan de andere kant van de sporen, op de parking, was er een meesje dat antwoordde.

Ik stond dus omhoog te gapen; als ik een vogeltje hoor, zoek ik tussen de takken en bladeren waar het ergens zit. Tot ik doorhad dat iedereen die passeerde, ook omhoog zat te kijken *gniffel*.

En toen streek er een turkse tortel neer op een van de verlichtingspaaltjes van de parking en begon daar lustig te roekoeën. Meteen had ik zin om mijn handen aan mijn mond te zetten en tegen het beestje terug te roekoeën. Ze zijn nogal territoriaal ingesteld, vogeltjes, en als je hun roep kan nabootsen, piekt hun testosterongehalte en komen ze aangevlogen.

Zo’n duifje nabootsen is het enige wat ik kan op het gebied van vogelgeluidjes. ’t Is niet moeilijk. Je moet met je handen een holte vormen, met de duimen tegen elkaar. Je kan dat doen door bijvoorbeeld je vingers te kruisen alsof je wilt bidden. Druk de handpalmen niet tegen elkaar, maar laat er wat plaats tussen. Zorg er voor dat er geen lucht kan ontsnappen, behalve tussen de duimen. Plooi de duimen (naar boven gericht, nagels naar voren), zet je lippen over de knokkels van je duimen en blaas dan. Hou dit ritme aan: kort-laaang-kort. De lucht moet weer naar buiten kunnen onder je onderste lip.

Er is nog een andere manier, die volgens mij een betere klank geeft, maar moeilijker uit te leggen is. Hou je handen gestrekt, vingers tegen elkaar. Plooi ze dan in een rechte hoek over de onderste knokkels, vingers nog steeds gestrekt. Schuif je handen in elkaar om een holte te vormen met de duimen naar jou toe. Vier vingers (bij mij van de linkerhand) vormen het ‘deksel’ van de holte, en de vier vingers van de andere hand vormen de ‘achterwand’. Druk goed aan zodat er geen lucht ontsnapt langs de randen van de holte. Voor de duimen is het hetzelfde.

Als er ergens lucht ontsnapt, eventjes herpakken of wat meer duwen. Blazen maar…

Geelwortel

Roken verhoogt sterk de kans op longkanker. Onze westerse eetgewoonten verhogen de kans op darm-, prostaat-, borst- en andere kankers. Het gaat altijd om “de kans op” natuurlijk, maar van het eerste zijn toch al heel wat mensen overtuigd geraakt. Het tweede wordt eerder met ongeloof onthaalt.

Eerlijk gezegd, ook bij mij. Het zou wel eens kunnen zijn, maar ik verander er mijn eetgewoonten niet drastisch door. Ik bedoel, ik eet nog altijd graag een stukje vlees. Een zakje chips of frieten kunnen ook wel eens af en toe, zolang ze nog niet giftig zijn. Een mens is nogal kortetermijndenkerig he. Van één zakje chips of één bloederige biefstuk zal je wel geen kanker krijgen. Van twee ook niet. Wanneer dan wel? Is de twintigste of de 1.500ste biefstuk er één te veel? Hetzelfde geldt ook voor sigaretten. Iedereen denkt altijd dat hijzelf er wel aan ontsnapt.

Het begint er echter op te lijken dat in landen waar ze onze geïndustrialiseerde voedingsgewoonten overnemen, het aantal kankers ook toeneemt. Aan de andere kant neemt het aantal maagkankers bij ons bijvoorbeeld af. Ons voedsel wordt namelijk al een tijdje niet meer ingepekeld, nu we diepvriezen en koelkasten hebben. Tiens! Zou eten dan toch innig samengaan met kanker?

Ondertussen weten we ook al dat broccoli (en bij uitbreiding kool) en tomaten bescherming bieden tegen kanker. En fruit. En veel groenten eten in het algemeen. Groene thee. Zelfs fondantchocolade en alcohol in beperkte mate.

Onlangs leerde ik echter dat ook kurkuma die eigenschap bezit. Het helpt zelfs de ziekte van Alzheimer op een afstand houden. Wij hebben dat in huis, ter vervanging van het veel duurdere saffraan eigenlijk. Je kan er rijst een geel kleurtje mee geven, en het smaakt niet echt naar iets.

Vanaf nu kap ik het overal bij. Spaghettisaus. Soep. Alle gerechten waar een paar ingrediënten bij elkaar worden gesmeten om gezamenlijk te sudderen, kunnen nu een schepje kurkuma verwachten.

Giftige frieten

Gisteren heb ik een artikeltje gezien in de nieuwsbrief van het VILT (‘vakliteratuur’ voor mij). Het zoveelste onheilsbericht over de klimaatsveranderingen.

Een onderzoeksteam van landbouwkundigen in Duitsland hebben daar een paar klimaatkamers ingericht met verscheidene planten: tomaten, tuin- en sojabonen in een mediterraan klimaat; tarwe, gerst en aardappelen in het klimaat dat in onze streken over vijftig jaar verwacht wordt.

Planten nemen overdag CO2 op; een proces dat fotosynthese genoemd wordt. Met die koolstofdioxide en water kunnen ze met behulp van licht glucose vormen, wat dan weer als brandstof kan gebruikt worden (’s nachts; dan wordt er weer CO2 en water uit gevormd) of als bouwsteen voor andere moleculen.

Door een hogere concentratie aan CO2 in de lucht groeien planten in eerste instantie beter en de oogst wordt dus rijker. Bij meer CO2 hebben de meeste planten echter minder proteïnen nodig, en daarmee minder stikstof in de bladeren. Daardoor hebben ze minder stikstof ter beschikking die ze tijdens het rijpen naar hun vruchten kunnen transporteren.

De kwaliteit van het geproduceerde voedsel daalt dus. Brood kan niet meer gebakken worden door de slechtere kleefbaarheid van de tarwe. Bier schuimt niet meer (schuim in bier bestaat puur uit proteïnen). En frieten zouden zelfs giftig kunnen worden (ik snap niet direct hoe dat dan komt, maar soit)…

Pakker

Dochter heeft de laatste tijd de neiging medeklinkers in nieuwe woorden omdraaien, als ze een nieuw woord na een tijdje zelf voor het eerst gebruikt. Zo zaten we onlangs aan tafel en zei ze:

Dochter: “Ik wil ook een stukje paazie!”

Ik: “Paazie? Wil je een paasei?”

D: “Nee, paazie!” (wijswijs met het vingertje)

Ik: (eindelijk mee) “Ha, een stukje pizza!”

En op een andere keer waren we aan het wandelen richting park, toen ik haar vroeg welke die bloemetjes waren die in een voortuintje stonden.

Dochter: (graafgraaf in haar geheugen) “… Pulten!”

Ik vond het eigenlijk al chic dat ze er zo dichtbij was – ja, het waren tulpen -, want ik had dat misschien tevoren een of twee keer maar gezegd. Daarna zegt ze het dan natuurlijk wel juist.

En gisteren is ze dus naar de ‘pakker’ geweest. Daar heeft ze iedereen vermaakt met haar onophoudelijk getetter. Net toen het even stil was, flapt ze er uit dat ze pipi gedaan heeft in het grote bad. Ik was er niet bij, maar ik kan het mij levendig voorstellen…

Fiets

Deze morgen ben ik met de fiets naar het station gereden. Allez, gesukkeld. Man, jaren gefietst in Leuven, om naar de les (of café) te crossen, dan een paar jaar niets meer. Fietsen kan je niet verleren, nee, maar het evenwichtsgevoel is toch zoek. Zonder handen rijden – of zelfs maar met één hand – zit er voorlopig niet meer in, als ik mijn eigen tanden nog een tijdje wil houden.

Ik had de fiets gekocht op zo’n veiling bij de politie voor een paar schamele euro’s. Niet gezien natuurlijk dat een van de trappers een kwartslag verder stond dan de andere. Dus fietsje nadien in orde laten brengen door fietsenmaker voor een aantal niet meer zo schamele euro’s. Maar toch nog altijd véél minder voor betaald dan voor een nieuwe fiets. Nadien is de fiets onder ons afdak stof beginnen verzamelen. Als je ’s morgens kindjes moet wegvoeren of hen ’s avonds moet gaan oppikken, dan doe ik dat toch liever met de auto. Ook in de periode dat je antivries nodig hebt om je handjes los te krijgen van het koude metaal, rij ik liever met de westerse heilige koe. Bovendien moet je eerst onze auto’s verzetten eer je met de fiets tot op straat geraakt. Een kleine boodschap in het dorpscentrum doe je dan al gauw veel sneller te voet.

Maar gisterenavond had ik de fiets toch klaargezet. Echtgenote is thuis bij de kindjes en het weerbericht geeft warm weer, dus ik zag mijn kans schoon. Natuurlijk koos Zoon deze nacht uit om eens uitgebreid te blèren zodat ik pas na een inwendige strijd van een twintig minuten uit bed geraakt ben. Veel zin had ik er al niet meer in. Maar allez, ’t is toch gelukt.

Hmm. ’s Morgens is het toch nog koud. En terwijl ik nu de laatste tijd toch af en toe wel eens ga joggen en begin deze week nog badminton gespeeld heb, had ik toch floeren benen toen ik afstapte…

Vederwolken

Het is lang geleden dat ik nog eens een wolk gefotografeerd heb. Geen wonder; de laatste maanden was de hemel dikwijls volledig overtrokken en veel interessants is er dan niet te zien. Of ik had mijn toestel niet bij de hand.

Onlangs was er echter een typisch voorbeeld van een veder- of cirruswolk te zien. Cirruswolken zijn wolken op het hoogste niveau, gevormd uit fijne ijskristallen. Fijne gebogen vegen of draden met aan het uiteinde een haakje of een toefje komen veel voor. Deze heten dan Cirrus uncinus (gehaakte Cirrus).

Cirrus uncinus

Als ze geen duidelijke haken of toefjes hebben aan het einde en betrekkelijk recht zijn, heten ze Cirrus fibratus (vezelachtige Cirrus). Als het alleen maar kleine vlokjes zijn, spreekt men van Cirrus floccus (toefjes Cirrus). Volgens mij zijn beide te zien in de onderstaande foto.

Cirrus fibratus en floccus

 

Paaseitjes rapen

Dochter kon gisteren haar geluk niet op. Eerst paaseitjes rapen bij haar peter, dan nog een keer bij haar meter, en ten slotte nog eens bij haar (andere) grootouders. Bij ons thuis hebben we maar niets meer verstopt; ’t was zo al goed genoeg. Papa zal al genoeg chocolade kunnen eten tot sinterklaas…

 Paaseitjes rapen

Pasen!

In veel kerken wordt in de nacht van Stille Zaterdag op Paaszondag een wake gehouden. Op Pasen zelf herdenken de christenen de herrijzenis van Jezus uit het graf, op de derde dag na zijn kruisiging.

De oorsprong van het feest ligt bij het joodse Pesach, verbonden met de uittocht uit Egypte. Het Laatste Avondmaal van Christus met zijn apostelen zal dan ook waarschijnlijk een Pesachviering geweest zijn. De eerste christenen bleven trouwens in het begin deelnemen aan de joodse vieringen. Later is er een scheiding tussen de twee feesten gekomen, onder andere door het vastleggen van Pasen op een andere datum. 

Pasen valt volgens de christelijke kalender op de eerste zondag na de eerste volle maan vanaf het begin van de lente. Omdat de Orthodoxse kerken de Juliaanse kalender volgen en niet de Gregoriaanse, valt Pasen bij hen slechts om de zoveel jaar samen met het Paasfeest van de westerse kerken.

Uit de voorchristelijke traditie van lentefeesten stammen de paaseieren. Bij de katholieken worden ze gegooid door de klokken van Rome geworpen. Alle klokken zijn immers na het luiden tijdens de mis op Witte Donderdag naar Rome vertrokken om op Paaszondag de meegebrachte eieren uit te werpen. Bij de protestanten is het de paashaas die de eitjes verstopt.

Zalig Pasen!