Buif

Het is zeer belonend om de informatiespons die mijn dochtertje is, te voeden. Haar woordenschat groeit zienderog… eh, hoorderoren. De uitspraak hobbelt wat achterop, maar ook daar komt verbetering in.

Zo kon ik haar redelijk vlot wijsmaken dat de duif die op het dak van de buren zat te koeren, een duif is. Elke keer als ze nu een duif hoort koeren, gaat het vingertje de lucht in en zegt ze: “Buif!”. Van waar die b komt, weet ik niet, maar een goed verstaander heeft maar een half woord nodig. Over de b struikelen we nu alleszins nog niet. Er zal wel ooit een duif groeien uit die buif. En het doel is bereikt, namelijk éénduidig overbrengen dat ze een lid van de Columbidae heeft gesignaleerd.

Verder kent ze naast het gewone fruit ook al de “aabei” en de “amboos”. De ‘rd’ en de ‘fr’ worden net als het pas geplukte vruchtje haastig verorberd. Ook druiven gaan er wel in.

Alleen… in haar woordenschat is een druif een “duif”. Tiens, daar is die d dus!
Tja, als de r er nog niet vlot wil uitrollen, moet je er toch wat op vinden om geen verwarring te zaaien he. Stel je voor dat je een sappige druif wil eten en die rare grote mensen komen afgelopen met een stuk pluimvee…