Vandaag wordt een telefoneerdag en ik haat dat. Een telefoon is een praktisch ding en ik voel mij ongemakkelijk als ik mijn GSM thuis vergeten ben, maar het telefoneren zelf, ho maar. Ik val dan ook meestal met de deur in huis en blijf liever niet oeverloos kletsen. Mijn vader is net hetzelfde; ik denk dat onze telefoongesprekken de Nobelprijs van de efficiëntie zouden kunnen winnen, mocht die bestaan.
Enfin, onze verwarming slaat niet aan en er moet dus iemand langskomen. Ik hoop altijd dat ik van bij de eerste poging de juiste persoon aan de lijn krijg en direct een afspraak heb, liefst voor deze namiddag. Dat noopt mij dan weer tot een halve dag vrijaf, maar dat is schier onvermijdelijk als er een vakman langs moet komen. Ze kunnen het ’s zaterdags of na 17u niet allemaal afhandelen natuurlijk.
En dan gaan we eens een poging doen om een aannemer te pakken te krijgen. Eens zien of er voor mijn en zijn pensioen nog een gaatje in zijn agenda te vinden is om ons huisje recht te komen zetten.
Hopelijk dus maar twee telefoongesprekken en toch beheerst dat mijn gedachten deze morgen. Is dat niet erg?
Hopelijk krijg je alles in 2 telefoongesprekken rond. We duimen voor je.
>> buddha:
de ene komt deze namiddag langs, en de batterij van de andere was plat. Het zijn toch vier (halve) gesprekken worden: de eerste zat ergens in een kelder en halverwege het gesprek viel de verbinding weg. Bij de tweede heb ik nog eens teruggebeld om iets achter te laten na de biep 🙂
Ik wil ook altijd eens bellen uit naam van jou hoor, lol.
>> buddha:
haha; ik heb blijkbaar een nieuwe secretaris 🙂 (kan je secretaris gebruiken als mannelijk van secretaresse eigenlijk?)
ja het is onder andere de mannelijke tegenhanger van secretaresse.
ik wil er anders ook wel zo’n exemplaar, want telefoneren is nu ook niet echt mijn favoriete bezigheid. tenminste het soort van telefoneren waarbij er zaakjes moeten geregeld worden.
Ik heb net zo’n hekel aan telefoneren als aan chatten, hetgeen natuurlijk niet bevorderlijk is voor de communicatie. Ik prijs me gelukkig dat er e-mail bestaat.
>> smiling cobra:
zwijg mij van chatten, dat gaat allemaal veel te snel…
Dat kan je.
dank voor je bezoek aan mijn weblog, heb je toegevoegd aan mij dagelijkse lijstje en zal jouw log eens gaan volgend.
>> Chantal:
Ik ben er gekomen door het lijstje ‘Top posts’ van WordPress… en ik vond het zo erg van je kat; ze lijkt dan nog hard op die van ons.
Ik haat bellen. Ik stel het altijd zo lang mogelijk uit en ik heb altijd minstens een dag mentale voorbereiding nodig. En meestal laat ik mijn mammie overal naartoe bellen. *bloos*
En dat voor een 22-jarige, ’t is een schande.
>> dramoghe:
Daarom loop ik ook altijd met haar rond dat eigenlijk al een paar weken had moeten geknipt zijn :). Als mijn vrouw geen afspraak voor mij maakt, dan blijf ik het ook altijd maar uitstellen.
Bellen, ja zeg, zeggen wat je te zeggen hebt en de knop om en gedaan ermee. Meer moet dat niet zijn.
hoe dan ook, hoe meer communicatiemiddelen, hoe minder communicatie… is toch zo tegenstrijdig allemaal…
>> freddy11:
Puur functioneel.
>> Heidi:
Ja, ik betrap er mijzelf dikwijls op dat ik een e-mail (door)stuur naar een collega een meter of twee van mij, eerder dan het gewoon te zeggen…
Bellen is ook niet echt mijn ding. Enkel en alleen wanneer het echt noodzakelijk is en niet anders kan. Ooit heb ik eens een telefonische enquête moeten afnemen. Jullie kunnen het resultaat al wel raden zeker?
>> Sofie:
Daarvoor moet je denk ik een echt ‘zen’persoon zijn om telefoonenquêtes af te nemen…
Ik heb daar ook zo’n gloeiende hekel aan, telefoongesprekken. Ik moet me telkens mentaal opladen voor ik ze aan kan. En ik heb het ook niet voor oeverloos gepalaver, daar ben ik niet op berekend. De ergste was die keer dat ik alles wat ik moest vragen in het Frans in mijn hoofd had klaargezet, en toen die persoon vroeg of ’t ook in ’t Nederlands mocht, was ik helemaal mijn kluts kwijt en kon ik alleen maar stamelen.
>> Nathalie:
Is er eigenlijk iémand die wel graag aan de telefoon hangt??
Op mijn werk (Vlaamse Gemeenschap) krijg ik maar heel sporadisch een telefoon in het Frans. Het grootste deel van mijn (actieve) kennis van het Frans is door het afvoerputje van de vergetelheid gelopen, zodat ik zeer gefrustreerd raak omdat ik die persoon dan wel versta, maar niets kan terugzeggen… Na afloop heb ik deodorant nodig.
Ja hoor, ik ken mensen die “zomaar” bellen. En tieners natuurlijk.
Nederlands, Frans en Engels gaat wel voor mij. Maar ik oefen dan ook elke dag, anders zou het rap gedaan zijn!